Een adresboek uitvoeren
Dit is een gespecialiseerde Jamulus-server configuratie, zoals beschreven in servermodi.
Om servers te bekijken die worden vermeld door een eigen adresboek, moeten gebruikers het adres van het adresboek invoeren in het veld client Instellingen > Geavanceerde instellingen > Eigen adresboek. Indien nodig kunnen op deze manier meerdere adressen worden toegevoegd. Eigen adresboeken verschijnen dan in de keuzelijst Adresboek in hun verbindingsvenster. Eigen adresboeken werken verder voor clients op dezelfde manier als openbare adresboeken, waarbij een lijst met bij hen geregistreerde servers wordt weergegeven.
Om een server als een adresboek uit te voeren, moet deze worden gestart met de optie --directoryaddress
om zichzelf (dat wil zeggen localhost
of 127.0.0.1
) het adresboek te maken waarin naar servers moet worden gezocht.
Als je een server met de GUI gebruikt, stel je het serveradres voor de eigen adresboek in het tabblad Opties in op "localhost" en selecteer je vervolgens "Aangepast" in de adresboek keuzelijst.
Aandachtspunten voor adresboeken
Als je wilt bepalen welke servers zich bij jouw adresboek kunnen registreren dan kun je een whitelist inschakelen met de opdrachtregeloptie
--listfilter
in het formaatip-adres 1[;ip-adres 2]
.Wanneer je een server achter een NAT-firewall op een particulier netwerk uitvoert en je wilt deze registreren bij een adresboek op hetzelfde netwerk, dan voor de server uit met de optie
--serverpublicip
om het openbare IP-adres op te geven. Dit is nodig om clients op het openbare internet verbinding te laten maken met het juiste adres. Houd er rekening mee dat voor de servers die deze optie gebruiken, je nog steeds de juiste poort forwarding in je router/firewall nodig hebt.Wanneer een client achter een NAT-firewall wordt uitgevoerd op een particulier netwerk met een adresboek op hetzelfde netwerk, dan moet het adresboek zelf worden uitgevoerd met de optie `–serverpublicip’ om het openbare IP-adres op te geven, zodat alle servers op het openbare internet die willen registreren bij het adresboek waarvoor de “perforatie” vereist is, toegankelijk is de client(s). (Dit komt omdat anders het adresboek het lokale netwerkadres van de client aan de server zou verstrekken en de “perforatie” zou mislukken.)
Als je het adresboek om welke reden dan ook opnieuw moet opstarten (bijvoorbeeld bij het opnieuw opstarten van de host), dan worden de servers die ermee verbonden zijn losgekoppeld totdat ze zich opnieuw registreren. Dit betekent niet dat de verbinding met clients die met die servers zijn verbonden wordt verbroken maar het betekent wel dat nieuwe clients geen servers in je adresboek kunnen zien totdat die servers opnieuw verbinding maken. Om ervoor te zorgen dat de lijst met geregistreerde servers blijft bestaan tussen herstarts, gebruik je de optie `–directoryfile’ om de locatie en naam op te geven van een bestand waarnaar het adresboek kan lezen en schrijven.
Tot 150 servers kunnen zich dan registreren bij een adresboek.