Jamulus Icoon. Link naar de homepage
Open navigatie

Opdrachtregelopties

Gedeelde opties

  • -h of --help Laat de help tekst zien
  • -i of --inifile Stel de locatie in van het ini-bestand (overschrijft de standaard)
  • -n of --nogui Schakel de GUI uit (voor gebruik in headless mode)
  • -p of --port Stelt het lokale UDP poort number in. Standaard is dit: 22124
  • --jsonrpcport Schakelt de JSON-RPC API-server in om de app te besturen, het TCP-poortnummer in te stellen (EXPERIMENTEEL, API’s kunnen veranderen; alleen toegankelijk vanaf localhost). Zie ook het JSON-RPC API documentatie bestand (engelstalig).
  • --jsonrpcsecretfile Vereist bij gebruik van --jsonrpcport. Stelt een pad in naar een tekstbestand dat een authenticatietekenreeks bevat om toegang te krijgen tot de JSON-RPC API.
  • -Q of --qos Stelt de DS Field byte van de Quality of Service in. Standaard is dit: 128 (DSCP/CS4). QoS wordt genegeerd door Windows. Om het in te schakelen, zie deze pagina
  • -t of --notranslation Schakelt UI-vertaling uit
  • -6 of --enableipv6 Schakelt IPv6 adressen in (IPv4 is altijd ingeschakeld)
  • -v of --version Laat de versie informatie zien

Opties alleen voor de client

  • -M of --mutestream Voorkom dat anderen op een server horen wat ik speel
  • --mutemyown Voorkom dat ik hoor wat ik speel in de servermix (alleen in “headless” mode)
  • -c of --connect Verbind met het opgegeven serveradres bij het opstarten, formaat adres[:poort]
  • -j of --nojackconnect Schakel automatisch JACK verbindingen uit
  • --ctrlmidich MIDI controller kanaal om naar te luisteren, control nummer offset en opeenvolgend CC nummers (kanalen) en demp mijzelf CC nummer. Formaat: kanaal[;f*][;p*][;s*][;m*][;o] Zie Tips & trucs
  • --clientname Venster titel en JACK client naam

Opties alleen voor de server

  • -d of --discononquit Verbreek de verbinding met alle clients bij afsluiten. Normaal gesproken, wanneer een server wordt gestopt of opnieuw wordt opgestart, zullen alle clients die hun “Verbinding verbreken”-knop niet hebben gebruikt, de verbinding herstellen wanneer de server weer actief is. Als je deze optie gebruikt, worden clients gedwongen hun verbinding met de server handmatig opnieuw tot stand te brengen.
  • -e of --directoryserver Registreer de server op een adresboek (bijv. om het genre in te stellen (zie ook -o)). Zie servertypen voor meer informatie.
  • --directoryfile Onthoud geregistreerde servers, zelfs als het adresboek opnieuw wordt gestart. Alleen adresboek servers. Zie deze handleiding voor meer informatie.
  • -f of --listfilter Whitelist-servers die zich registreren op de serverlijst, formaat ip-adres 1[;ip-adres 2]. Alleen voor adresboeken.
  • -F of --fastupdate Vermindert de latency als clients verbinding maken met de optie “Kleine netwerkbuffers inschakelen”. Vereist een snellere CPU om uitval te voorkomen en meer bandbreedte voor clients die dit ingeschakeld hebben.
  • -l of --log Loggen inschakelen, pad en bestandsnaam instellen
  • -L of --licence Laat een overeenkomst venster zien voordat gebruikers verbinding kunnen maken
  • -m of --htmlstatus HTML-statusbestand inschakelen, pad en bestandsnaam instellen
  • -o of --serverinfo Locatie details in het formaat: [naam];[stad];[land als tweeletterige ISO landcode of Qt5 locale waarde] (zie tweeletterige ISO landcodes of Qt5 locale waarden). Alleen geregistreerde servers.
  • -P of --delaypan Start met delay panning ingeschakeld. Zie opmerking.
  • -R of --recording Serveropnamedirectory instellen; Server neemt standaard op wanneer een sessie actief is. Zie opties.
  • --norecord Stel de server in om standaard niet op te nemen (wanneer de opname is geconfigureerd, bijvoorbeeld via -R)
  • -s of --server Start in server modus
  • --serverbindip Geef het IP-adres op om aan te binden
  • -T of --multithreading Gebruik multithreading om beter gebruik te maken van multi-core CPU’s om meer clients te ondersteunen
  • -u of --numchannels Maximum aantal kanalen (clients)
  • -w of --welcomemessage Welkomstbericht bij verbindingmaken. Kan worden opgegeven als een tekenreeks of bestandsnaam en kan HTML bevatten.
  • -z of --startminimized Start geminimaliseerd
  • --serverpublicip Het openbare IP-adres van de server als verbinding wordt gemaakt met een adresboek achter dezelfde NAT. Zie aandachtspunten voor adresboeken